Samen sterk voor goed onderwijs: de Amsterdamse aanpak
“Goed onderwijs voor ieder kind. Dat is de Amsterdamse ambitie,” vertelt Jopie Nooren, voorzitter van de Amsterdamse Onderwijsregio. Ze vertelt over de uitdagingen in Amsterdam en de successen die samen zijn bereikt. “Een grote stad heeft flinke opgaven, maar de Amsterdamse Onderwijsregio heeft ook veel slagkracht.” Lees hoe werken in een onderwijsregio helpt het lerarentekort op te lossen en het onderwijs toekomstbestendig te maken.

In Amsterdam werken 66 schoolbesturen (primair onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo), 5 lerarenopleidingen, vertegenwoordigers van de beroepsgroep en de gemeente Amsterdam samen in de Amsterdamse Onderwijsregio. Samen zetten deze partijen zich in om het lerarentekort terug te dringen, voor de professionele ontwikkeling van iedereen die in het onderwijs werkt, en voor toekomstbestendig onderwijs. De Amsterdamse Onderwijsregio is georganiseerd in acht thematische werkgroepen: de coalities. In de coalities zijn het po, vo, mbo en de lerarenopleidingen vertegenwoordigd. Zij voeren de Amsterdamse Lerarenagenda uit.
Krachten bundelen in de hele stad
“Werken in een onderwijsregio helpt enorm om het verschil te maken,” zegt Jopie Nooren. “In een onderwijsregio werk je samen over organisaties heen. De partijen leren van elkaar en bundelen de krachten in de hele stad. De onderwijsregio krijgt bovendien een meerjarig karakter, waarmee we duurzame afspraken kunnen maken en onze slagkracht vergroten. Dat zorgt voor draagvlak om onze missie waar te maken: goed onderwijs voor ieder kind.”
Na jaren van een steeds groter lerarentekort was in 2024 in Amsterdam een fikse daling te zien in het primair onderwijs, de sector waar de tekorten het grootst waren. “Dat is bemoedigend,” zegt Nooren. “Het laat zien dat wat we doen, werkt. Maar we moeten aan de slag blijven om deze daling voort te zetten.”
“Iets doen voor álle kinderen in Amsterdam, dat is solidariteit”
Een belangrijk uitgangspunt bij samenwerken in de Amsterdamse Onderwijsregio is solidariteit. Nooren geeft een voorbeeld. “Stel, een school heeft zo’n groot en langdurig tekort dat het team moeite heeft om nieuwe leraren en zijinstromers goed te begeleiden. Dan kunnen andere scholen uit de onderwijsregio voor de begeleiding zorgen. Scholen doen dan hun best voor problemen die hun eigen organisatie overstijgen. Iedereen weet: soms moet je iets doen voor álle kinderen in Amsterdam, niet alleen voor je eigen leerlingen.”
“Het mooie van Amsterdam: we hebben weliswaar uitdagingen die passen bij een grote stad, maar alle partijen zitten aan tafel in de onderwijsregio. Alle sectoren, onderwijsinstellingen en betrokken partners. Dat is uniek en geeft ons meer slagkracht,” zegt voorzitter Nooren.
Onderwijs als pijler onder een sterke stad
De uitdagingen in Amsterdam? Niet alleen een lerarentekort, maar ook een ongelijke verdeling van de tekorten: er zijn grote verschillen tussen de sectoren, onderwijsniveaus, vakken en stadsdelen. “Dit terwijl onderwijs gelijke kansen bevordert voor alle Amsterdamse kinderen en jongeren,” aldus Nooren. “We moeten ongelijk investeren in gelijke kansen. De gemeente houdt onze onderwijsregio daar scherp op. Ze is dan ook een belangrijke samenwerkingspartner om de ambities te realiseren.”
Een extra uitdaging is dat het aantal kinderen in Amsterdam afneemt, omdat veel gezinnen geen huis kunnen vinden. Jopie Nooren: “Een stad die aantrekkelijk is voor bewoners, en voor nieuwe talenten, houdt een leefomgeving in waar mensen zich thuis voelen. Dat begint bij een goed functionerende basis-infrastructuur. Onderwijs is daar een cruciaal onderdeel van. Ouders willen hun kinderen lopend of fietsend naar school brengen. Daarvoor zijn dus genoeg scholen en woningen in de buurt nodig. Dat maakt onderwijs niet alleen een basisvoorziening, maar ook een pijler onder een sterke, toekomstgerichte stad.”
Goed onderwijs voor ieder kind betekent blijven investeren in deze randvoorwaarden. In de coalities wordt dan ook samen met de gemeente gewerkt aan meer woningen en betaalbaarder woonwerkverkeer voor leraren.
Centraal aanmeldpunt zij-instroom 1Loket uitgebreid
De Amsterdamse Onderwijsregio investeert in nieuw talent en de aantrekkelijkheid van het onderwijs. “In het basisonderwijs bestond 1Loket al, het centrale aanmeldpunt voor zij-instromers. Dat is er nu ook in het voortgezet onderwijs. In dit loket zijn scholen en lerarenopleidingen beter samen gaan werken voor goede, duidelijke routes voor zij-instromers. Hoe je leraar of docent wordt is nu veel duidelijker. Afgelopen schooljaar zijn er 135 zij-instromers in het voortgezet onderwijs gestart bij de verschillende lerarenopleidingen,” vertelt Nooren trots.
Stagevergoeding voor lerarenopleiding basisonderwijs
“Ook hebben we een stagevergoeding ingevoerd voor alle studenten vanaf het tweede studiejaar van een lerarenopleiding in het basisonderwijs, in navolging van het voortgezet onderwijs. De schoolbesturen in Amsterdam hebben dit met elkaar afgesproken. Het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO) heeft zich hiervoor ingezet, in navolging van afspraken die hierover zijn gemaakt door de schoolbesturen in het voortgezet onderwijs (OSVO). Een stagevergoeding maakt het aantrekkelijker om de PABO te gaan doen.” Het BBO is de vereniging van schoolbesturen van het basisonderwijs en speciaal onderwijs in Amsterdam.
Schoolleiders zijn bepalend
“Talent aantrekken is één ding, goede mensen behouden voor het onderwijs is vers twee,” vertelt Jopie Nooren, voorzitter van de Amsterdamse Onderwijsregio. “Daarom hebben we aandacht voor de rol van de schoolleider. Die is namelijk bepalend voor goed onderwijs, het werkplezier en de ontwikkeling van leraren. Het is ongelooflijk belangrijk dat mensen voldoening blijven halen uit hun werk.”
De Amsterdamse Onderwijsregio zet dan ook sterk in op ‘professionaliseren’: zorgen dat leraren, schoolleiders en onderwijsondersteunend personeel zich blijven ontwikkelen in hun vak. Sommige scholen organiseren professionele ontwikkeling zelf en hebben zelfs eigen academies. “De Amsterdamse Onderwijsregio bundelt de krachten, zodat lerarenopleidingen en scholen van elkaar kunnen leren: samen opleiden. We hebben een HR-netwerk, waarin HR-medewerkers en schoolleiders aan strategisch personeelsbeleid werken. Zij wisselen onder andere uit hoe je aan personeelsplanning doet. Bij de ene school is bijvoorbeeld een leraar Duits tijdelijk uitgevallen. Heeft een andere school een leraar Duits die misschien meer wil werken? Ook worden in het HR-netwerk gezamenlijke trainingen en intervisie aangeboden. Want ook goed werkgeverschap is essentieel om leraren te behouden voor het Amsterdamse onderwijs.”
Toekomstbestendig onderwijs met lef: andersbekwame vakmensen inzetten
“De komende jaren werken we aan een gezamenlijk platform voor professionalisering,” kondigt Nooren aan. “Ook het samen opleiden tillen we naar een hoger plan. Daarnaast zetten we een stap in het toekomstbestendig organiseren van onderwijs. Zo kan het Amsterdamse onderwijs goed inspelen op veranderingen in de arbeidsmarkt. En anticiperen op de behoeften van de werknemers van nu én in de toekomst is belangrijk. We onderzoeken hoe we andersbekwame vakmensen in kunnen zetten in het onderwijs, waarbij de kwaliteit van het onderwijs uiteraard behouden blijft. Daar gaan we meer lef in tonen: wat kunnen we slimmer organiseren?”
Kortom: de komende jaren bouwt de Amsterdamse Onderwijsregio voort op de basis die is gelegd. Voorzitter Jopie Nooren: “Amsterdam moet een aantrekkelijke stad blijven. Onderwijs is een essentiële pijler. We moeten dus blijven investeren in goed onderwijs voor ieder kind. Door de krachten te bundelen komen we er. Dat hebben we de afgelopen jaren laten zien en daar gaan we vol energie mee verder.”